Amfibieen workshop I introductie leefwijze en gedrag Kikkers
Een zestal kikkers van deze viervoeters (tetrapoda) zijn inheems in Nederland . Ze hebben een eigenaardige deels verborgen levenswijze die meestal veel belangstelling genereert tijdens de voortplanting ,waarna de gedaanteverwisseling geschied. Het gaat niet altijd goed met de kikkers en padden,want deze komen in de knel met toenemend verkeer,minder poelen en te veel versnipperde gebieden ,ander probleem is toenemende verstening van veel tuinen en bestrating van parkranden of erven, wat zeer nadelig is voor de struik,grond en gebladerte behoevende dieren. De leefsystematiek wat begint bij microorganismen,ongewervelden, en kleine insecten zoals kevers,wantsen en cicaden raakt daardoor ernstig beschadigd,microklimaat verschraald en daarmee ook de belangrijkste voedselbron van kikkers,padden en ook kleine insecteneters . Op de Veluwe, wat allemaal beschermde Natura 2000 gebied is ,mogen terreineigenaren,gemeenten en ook tuin-landgoedhouders gerust meer aandacht besteden voor het welzijn van amfibieën dat in dit kopje de kikkers nader bekijkt .
Op de Veluwe en Overijssel komen nog steeds een aanzienlijke stapel amfibieen voor, de kikkers zijn vertegenwoordigd in zes soorten ,waar de verwante padden (5) even apart behandelen .
Niet van alle dagen zijn er nog overal grote populaties (grote leefsamenstelling ) te vinden ,sommige soorten kikkers als de Poelkikker,Heikikker zijn wel degelijk achteruit gegaan door verdroging van leefgebied of verdwijnen van geschikt poelen . De Boomkikker (hyla arborea) die altijd al zeldzaam was in de regio is sinds 1970 al uit de Oost-Veluwe verdwenen ,wel worden er stelselmatig dieren ontdekt verm. zijn dat geintroduceerde dieren , in Overijssel en de Achterhoek komt de Boomkikker wel veelvuldig weer voor nadat er een groot poelen en leefgebied verbeteringsplan is opgezet .
De kikkers die we vaak in de tuin, park en bosrand tegen komen in allerlei poelen, vennen ,vijvers en slootjes zijn meestal bruine kikkers (Rana temporaria)
Kikkers zijn bijzondere dieren die leven op de grens van land en water, daardoor is er naast een dubbele levenstijl ook een vereiste dat deze beide elementen,land-bodem en ook de wateroppervlakken of wateren van goede kwaliteit mag zijn .
Kikkers hebben vrijwel altijd sterk gespierde en lange achterpoten, die bij veel soorten dienen om grote afstanden te springen. Alle kikker- en paddensoorten, ook zij die amper kunnen springen, zijn ook vaak goede of redelijke zwemmers dankzij de krachtige achterpoten. De overwegend waterbewonende soorten hebben zwemvliezen tussen de tenen om uitstekend te kunnen zwemmen.
Op de Veluwe en Overijssel komen nog steeds een aanzienlijke stapel amfibieen voor, de kikkers zijn vertegenwoordigd in zes soorten ,waar de verwante padden (5) even apart behandelen .
Niet van alle dagen zijn er nog overal grote populaties (grote leefsamenstelling ) te vinden ,sommige soorten kikkers als de Poelkikker,Heikikker zijn wel degelijk achteruit gegaan door verdroging van leefgebied of verdwijnen van geschikt poelen . De Boomkikker (hyla arborea) die altijd al zeldzaam was in de regio is sinds 1970 al uit de Oost-Veluwe verdwenen ,wel worden er stelselmatig dieren ontdekt verm. zijn dat geintroduceerde dieren , in Overijssel en de Achterhoek komt de Boomkikker wel veelvuldig weer voor nadat er een groot poelen en leefgebied verbeteringsplan is opgezet .
De kikkers die we vaak in de tuin, park en bosrand tegen komen in allerlei poelen, vennen ,vijvers en slootjes zijn meestal bruine kikkers (Rana temporaria)
Kikkers zijn bijzondere dieren die leven op de grens van land en water, daardoor is er naast een dubbele levenstijl ook een vereiste dat deze beide elementen,land-bodem en ook de wateroppervlakken of wateren van goede kwaliteit mag zijn .
Optimaal leefgebied heikikker,grote veenvennen met omringende taluds met ruigte en rijke grasstructuren .
Afgetakeld hoogveen,pijpestrootje,leefgebied van heikikker,poelkikker,bastaardkikker ,gewone pad en bruine kikker
Kikkers hebben vrijwel altijd sterk gespierde en lange achterpoten, die bij veel soorten dienen om grote afstanden te springen. Alle kikker- en paddensoorten, ook zij die amper kunnen springen, zijn ook vaak goede of redelijke zwemmers dankzij de krachtige achterpoten. De overwegend waterbewonende soorten hebben zwemvliezen tussen de tenen om uitstekend te kunnen zwemmen.
In het water levende amfibieën hebben een water- en zuurstofdoorlatende huid, die daarom zeer dun is. Toch hebben vele amfibieën, zowel salamanders als kikkers, aanpassingen om in koelere gebieden een winterslaap te houden. De huid wordt dan droger en meer waterafstotend waardoor ze langere tijd op het land onder stenen of in holletjes kunnen verblijven.
Een typisch kenmerk van alle amfibieën is dat de huid vele klieren bevat. Deze hebben voornamelijk een slijmvormende functie, daarnaast produceren alle amfibieën gifstoffen of andere irriterende substanties middels vaak duidelijk zichtbare klieren op de kop achter het oog, die paratoïden worden genoemd. Veel Europese kikkers hebben twee duidelijk zichtbare huidplooien aan weerszijden van de rug, de dorsolaterale lijsten. Veel soorten kikkers en salamanders en met name de padden hebben vele kleine, wratachtige bobbeltjes op de rug, die eveneens een klierfunctie hebben.
Amfibieën moeten net als reptielen regelmatig vervellen, maar doen dit meestal 's nachts en binnen korte tijd waardoor dit maar zelden wordt waargenomen. Het vervellen is een intensieve bezigheid en veel amfibieën sperren de bek wijd open, maken kronkelende bewegingen met het lichaam, blazen zich op of schuren langs voorwerpen om de huid te laten scheuren. De huid is vliesachtig en doorzichtig en wordt meestal opgegeten .
Voeding en fourageergedrag .
Kikkers in ons land en Westelijke delen van Europa ,zijn overwegend overdag en ook delen van de avond en soms in de nacht actief . Ze maken graag gebruik van de warmere maar ook vochtige delen van de dag . In de vroege morgen warmen ze zich op , soms massaal zonnend,daarna gaan ze op jacht en of op zoek naar een nieuw territorium, de tuin van de buren , een nieuwe poel of kikkers ondernemen een lange trektocht door het bos en veld om een nieuw leefgebied en daarmee aansluiting met andere populaties (soortgenoten) contact te maken .
De bruine kikker,Heikikker,Groene kikker komplex verstaan we hieronder ,de afstanden die afgelegd worden zijn tientallen, honderden meters tot soms enkele kilometers afhankelijk van de luchtvochtigheid en de geschiktheid van het terrein .
Landgoed op de Zuid-Veluwe met vele poelen en sprengen in een vochtig bosgebied,hier kunnen kikkers,padden en salamanders uitstekend overleven en stabiele leefomstandigheden vinden .Door de ietwat hoge vegetatie en ondergroei,bosopslag is dit biotooptype vooral voor de Ranidae soorten geschikt .
die in Nederland en omstreken worden gevonden ,De gewone Pad heeft hier de grootste richtwaarde,(n=2200) de Springkikker (*n=1200) minder doordat deze afhankelijk is van vochtige bosgrond.Ook de Bruine kikker kan grote afstanden overbruggen, de rest van de soorten zijn beperkt mobiel .Dit geeft aan hoe belangrijk het is dat er in de directe omgeving steeds stapstenen ontstaan waar de dieren kunnen verblijven en bijtanken ,hun energiehuishouding op peil kunnen houden ,dmw van poelen,sloten,kreken ,beken,vijvers en of moeraslanden is dit mogelijk .
Padden hebben een betere bescherming dan de meeste kikkers om lange afstanden te overbruggen door hun dikkere huid en betere waterhuishouding , dat zou je niet zeggen als je hun ziet bewegen, de meeste kikker springen enorme afstanden, zoals de Groene kikkers, Bruine en vooral de Springkikker, deze laatste haalt sprongen van 1,5 tot ruim 2 meter , echter hun fysiologische afhankelijkheid en bouw laten niet toe dat er te ver van hun aangemeten leefgebied word verwijderd .
De heikikker plant zich vroeg in het voorjaar voort (half maart). Onder invloed van de hormoonhuishouding worden de anders lichtbruine mannetjes heikikkers tijdelijk opvallend blauw gekleurd. Deze blauwe kleur is om de vrouwtjes heikikkers te imponeren en is alleen vlak voor en rond de paring zichtbaar . De vrouwtjes zetten één of twee eiklompen met ieder 500 tot 3000 eitjes af op een ondiepe beschutte plaats in het water. De eitjes ontwikkelen zich binnen 2 tot 4 weken tot kleine heikikkertjes. De jonge heikikkers zijn na ongeveer twee tot drie jaar zelf geslachtsrijp. Heikikkers overwinteren op land verscholen onder boomstronken, stenen en in holen .
Amfibieën kunnen niet goed functioneren als het te koud is, ze worden dan langzaam. Veel amfibieën hebben een ideale temperatuur en als het warmer wordt raken ze al snel oververhit, ze hebben een veel grotere tolerantie voor kou dan voor warmte. De Zuid-Europese grottensalamanders uit Noord-Italie en Zuidoost Provence zijn extra specifiek aangepast voor leven in koude habitats ,ze leven in wateren van 5 tot 10 graden Celsius en overleven kamertemperatuur (24 graden Celsius) niet lang. Een aantal soorten kikkers heeft stoffen in het bloed die ze beschermen tegen vorst van enkele graden onder nul. De Amerikaanse soort Rana sylvatica kan zelfs volledig bevriezen en toch overleven en ontwaken in de lente. Veel amfibieën die in koelere gebieden leven zoeken in de winter naar beschutte plekken en houden een weken- tot maandenlange winterslaap. Vaak overwinteren amfibieën in de winter ook onder water. In heel warme streken houden veel soorten juist in de zomer een rustperiode, vaak door zich in te graven in de bodem of in de modder, wachtend op vochtige tijden, dit wordt aestivatie genoemd.
Voor alle amfibieën die op het land leven geldt dan ook dat ze maar korte tijd in een droge omgeving kunnen leven. In de praktijk blijven ze in de omgeving van oppervlaktewater zoals de groene kikkers, of ze blijven overdag op plekken met een vochtig microklimaat .
Geen opmerkingen:
Een reactie posten