vrijdag 23 oktober 2015

Amfibieen: Activiteit in het najaar, status zeldzame soorten .



 Amfibieen : Activiteit in het najaar, status zeldzame soorten






Amfibieen zoals kikkers ,padden en salamanders hebben de voortplantings-hoogtij dagen reeds maanden achter zich liggen . De meeste soorten begonnen al eind Februari -begin Maart tot April , de opvolgende soorten in April-Mei en de voorzomergroep ( Rugstreeppad,Boomkikker ,etc) werden pas in Mei actief om in Juni en Juli hun gekwaak luid te laten horen .
Door de klimaatveranderende omstandigheden zijn er echter nogal wat verschuivingen waar te nemen, soms waren Bruine kikkers de pioniers en aftrap van de Lente ,al in Februari al in de paartijd en zien we zowel bij de Bruine kikker,gewone pad als kleine watersalamander ook een tweede voortplanting in de nazomer met enige regelmaat .
Zo ken ik een grote bosvijver hier in de buurt op de Noord-Veluwe waar het zo ongeveer t hele jaar door sterft van duizenden larven van vooral kleine watersalamander maar ook Bruine kikker is er sterk vertegenwoordigd.
Na een aantal jaren te hebben gemonitord in diverse gebieden en vele tientallen poelen,slootjes,vijvers en vennen kunnen we langzaam de balans opmaken dat het niet eens slecht ging met de meer algemene soorten . Kwetsbare of zeldzame aandachtssoorten zoals de Kamsalamander (T.cristatus ) en de Knoflookpad (P. fuscus) zijn regionaal of zeer locaal aanwezig en zijn afhankelijk van maatwerk en zeer specifiek toegepast beheer en beschermingsmaatregelen . Grootste euvel bij deze soorten blijven fragmentatie van geschikt leefgebied,ernstige verstoring door exoten (vissen) en of veranderingen aan het landschap al dan niet beheersafhankelijk . 
De knoflookpad (Pelobates fuscus) is in de regio zo zeldzaam geworden, ecologische toetsingen waren niet werden uitgevoerd zodat we deze soort in de huidige omstandigheden zeer intensief zouden moeten onderzoeken om status en verborgen populaties zichtbaar te kunnen krijgen .
Hiervoor is veel mankracht en vele honderden velduren  nodig ,in de tijd dat deze soort slechts bovengronds waarneembaar is ,zodat dit een zeer intensieve en grootschalige operatie zou worden .


Activities of frogs,toads and salamanders-newts : status of rare species .


Amphibians : frogs, toads and salamanders-newts have seen  reproductive periods already months behind them. Most species began in late February-early March to April, the subsequent types in April-May and the presummer Group (Natterjack Toad, tree frog, etc) were active until May with their loud croaking in June and July.
By climatic change conditions, however, there are quite a few shifts, sometimes brown frogs were the pioneers and kick off the spring, as early as February all in the mating season and we see both the common frog, common toad and smooth Newt also a second reproduction in late summer with some frequency.
Regionally I know a big forestpond  nearby on the North Veluwe where it´s just about all year round t dies of thousands of larvae of especially smooth Newt but also brown frogs are strongly represented.
After a number of years to have monitored in various areas and many dozens of pools, ditches, ponds and fens we can slowly take stock that it not even went bad with more common species. Vulnerable or rare attention species such as the great crested Newt (t. cristatus) and the common Spadefoot are only regionally present.  The local populations are dependent on small-scale terrain-management  and specific applied  protection measures. Biggest problem at these types of fragmentation of suitable habitat remain, serious disturbances by alien species (fish) or domestic cats and 
changes in landscape management  depending on  terraintechniques whether or not. 







The common Spadefoot (Pelobates fuscus) in the region has become very rare, where environmental reviews were promised but not carried (!) out . Under the circumstances we are required to carry out more research after  this species in the near present  to make presence visible, it´s status and  hidden populations. Last decades in the Gelders part of Ijsselvalley and North Veluwe region rural landscaping has changed a lot of its former suitable habitat .  Former large floodplain forest had dissapeared in the 70´ties  and valley grasslands with sanddunes in the riparian zone are damaged or eutroficated while  it´s open modest growth changed left  less room for toads to burrow next to great loss of  foraging grounds .  

This requires local ecological workshops for contractors and spatial employees . Lots of manpower and many hundreds of hours field, in the annual time that this species surfaces above groundlevel , so this will become  a very intensive and large-scale operation .
In the region this will probably the last stronghold for the species in the last seen 7 small populations.
Research had been carried out by small groups of the Knnv (field biology association) of the Veluwe, and Ravon and registered individuals and small populations at Hattem,Welsum and Wapenveld of the most Eastern region on the North Veluwe in 1980 till 2013 , next to small presence in the  peatland remains of Tongeren on the North-Veluwe reserve in  1990. (Natuurbalans,2000,Knnv 2002,2010,2014) 




Boven: velduitrusting,naast veldkleding is prio tijdens inventarisaties ,schepnet en steel ,verzameltas ,samplebak ,camera´s ,poncho en monsterzakken voor dode exemplaren en dergelijke .














Op veldtrip in de Oost-Pyreneeen,(Pyrenees-Oriental) nabij Latour d. France, zijn zeer interessante en endemische amfibieensoorten geobserveerd 

 Deze Schijftongkikker (Discoglossus pictus auritus spp.) gezien in Aragon is een endeem in de Pyrenese regio en komt slechts nog voor nabij Marseille,Provence en enkele Eilandjes in de Golf. (foto Lex Plasmans

Najaarsactiviteit op de Veluwe van enkele soorten amfibieen .

In de zomer waar er droge en zeer hete perioden werden gemeten met een van de warmste Juli en Augustusmaanden in de afgelopen 300 jaar waren er uiteraard niet veel amfibieen actief, de droogte viel mee in vergelijking met 2012 en 2013 waar er  sneller poelen,veentjes en vennen in korte tijd verdroogden waardoor veel vochtige omgeving afhankelijke soorten en hun larven snel in de knel kwamen te zitten .
Toch hebben we enkele reddingsmaatregelen genomen met haast verdroogde poeltjes met kikkervisjes en eiklompen die dreigden te verdrogen over te plaatsen naar nabij geleden poelen of gedeelte in dezelfde wateroppervlakten waar voldoende water stond .
Nadat de meeste bruine,groene en heikikkers zijn gemetamorfoseerd komen we zeer schaars enkele adulte  rugstreeppadden tegen en vinden we hier en daar diverse kleinschalige afzet van deze soort .Ook enkele dode exemplaren zijn gevonden op bijv. de boerweg-Molenweg in Tongeren .

Opvallend waren de vele Heikikkers op enkele locaties in de Renderklippen,Heerde en op Tongeren,Tongerensche heide West waar we in de afgelopen jaren geen dergelijke aantallen vonden . Ook de dode dieren ontdekt geinfecteerd met t Ranavirus * en ingeleverd in 2013 bij de DHWC .is vrijwel niets meer van vernomen en lijkt de situatie hersteld . Toch komt er een aquatisch onderzoek door de UU. waar we nog wellicht aan kunnen bijdragen .
Van de bekende poelkikker gebieden waren er zeer weinig gevonden dit jaar en vraag ik me af hoe dat kon , de Bastaard groene kikker is juist wel voor t eerst in de telperioden meer en meer gevonden op de Locatie Waterwingebied op de Haere, waar er nimmer vele tientallen te zien waren in de gemonitorde periode . De afstand die zij overbruggen is aanzienlijk en in de nabij gelegen agrarische randen en beken komen ook Middelste groene kikkers onder meer voor .

Tegelijkertijd dat er minder Kamsalamanders gezien zijn op de monsterlocaties, wel enkele nieuwe waarnemingen in Hattem en omgeving van Tongeren en mogelijk Nunspeet ,is de geintroduceerde Italiaanse Kamsalamander ( T. carnifex)  misschien de oorzaak van de teruglopende aantallen Noordelijke Kamsalamanders,dit omdat de Italiaanse soort een concurrentiepositie inneemt op zijn Noordelijke geslachtsgenoot .

Europese introducties en overige exoten in Amfibieenland 

Een korte introductie van wat er toe nu toe is geconstateerd en geobserveerd in de regio en daarbuiten laat zien dat er regionaal niet veel exotische amfibieen zich handhaven op de Noord en Midden Veluwe .
Enkele soorten die reeds bekend zijn zoals de Italiaanse Kamsalamander, Amerikaanse Brulkikker en Rana Perezi zijn niet of nauwelijks waargenomen behalve de eerste .
In t Zuiden van Nederland,in Drenthe en de Oostranden van de Achterhoek,Nijmegen en Zuid-Limburg echter zijn er meer soorten die act de presence gaven . 
Totale aantallen en zelfs van  de aanwezige soorten is vaak geen aantallen te noemen, het betreffen veelal incidentele waarnemingen en soms bij grotere uitzettingen en of gehandhaafde populaties die wel in t oog sprongen is meer informatie en eventuele impactanalyse voorhanden . Meestal kunnen kleinschalige uitzettingen van bijvoorbeeld Vroedmeesterpadden of Boomkikkers die her en der versleept werden geen kwaad maar kunnen de grotere Groene kikker,Meerkikker en vooral de Zuidoostelijke Balkan-Meerkikker en Spaanse Bruine kikker en de eveneens forse Springkikker wel op bepaalde terreinen een probleem vormen voor overige inheemse soorten .
In Noord-Limburg en delen van Noord-Brabant is de Spaanse ribbensalamander waargenomen , deze zeer groot wordende amfibische landsalamander kan wellicht een fors probleem veroorzaken mocht deze zich locaal kunnen handhaven .Zijn vraatzucht en formaat alleen al zorgen ervoor dat hij in de directe omgeving weinig van zijn soortgenoten met rust zal laten .
Anderszijds zijn uitzettingen van goudvissen,windes en zonnebaarzen er de reden van dat inheemse amfibieen in poelen,vennen en of vijvers in grote problemen kunnen raken . Onder meer is bij een zeer belangrijke populatie van de Kamsalamander, een groep Zonnebaarzen geconstateerd, in een ander vennencomplex nabij Nunspeet is winde gevonden en mogelijk andere baarsachtigen waar normaal slechts poelkikkers en rugstreeppadden gebruik van maken komen vennen in t bos onder druk door dergelijke visvraat . Schildpadden meestal Sierschildpadden uit prive-collecties nota bene zijn gevonden in een zeer belangrijke voortplantings-poel van de Knoflookpad oostelijk van Zwolle .

De springkikker (rana dalmatina ) eveneens een Europees beschermde soort die normaal beneden de lijn Ardennen-Rhein Taunus voorkomt en verder langs Aken-Bonn al zeer dicht de Nederlandse grens genaderd is momenteel aan een opmars bezig in west-Drenthe nabij Vledder en Eese .Al meer dan 10 jaar word deze populatie geteld en omvat deze reeds enkele duizend individuen en is verspreid over zo´n 450 tot 500 hectare . ( Reptielen en Amfibieen van Drenthe ,2010,E.v Ugchelen) .

Handleiding Amfibieen Benelux 2015 


In een compleet nieuwe handleiding van Amfibieen voor beheerders en natuurmanager-terreineigenaren en buitenlui wat onlangs samengesteld is door Lex Plasmans en mij (M. Abuys ) in t kader van zijn vml afstuderen van een toegepaste bos- en natuuropleiding hebben we hier flink aandacht aan gegeven.

In een compleet overzicht zijn de Nederlandse,Belgische en Luxemburgse amfibieensoorten allen toegelicht ,beschreven, hun status geanalyseerd en zijn ecologische randvoorwaarden benoemd en de laatst bekende status van hun regionale en landelijke populatietrend . Van inheems beschreven soorten komen we aan exact 20 soorten, nog 4 regelmatig geziene uitheemse soorten, 4 schaars voorkomende uitheemse soorten en nog enkele eerder gemeldde geintroduceerde soorten amfibieen . Al met al zijn ruim 30 soorten amfibieen in de Benelux regio onder de aandacht met veel ruimte voor populatiespreiding ,beheers- en beschermingsproblematiek . 
In het ruim 100 pagina tellende werk, zullen nog enkele tientallen pagina´s toegevoegd worden en determinatie tabellen en verspreidingskaarten naast uitgebreide informatie over biometrie,leefwijze en worden de larven,eiafzet waar mogelijk met afbeeldingen geillustreerd . 

Veel aandacht is genomen voor de aandachtssoorten zoals Rugstreeppad,Kamsalamander , de Knoflookpad in het bijzonder en is zijn een aantal meerdaagse veldexpedities gedaan in de Zuid-Ardennen,Ijsseldal ,Noord-Frankrijk onder meer om de bijzondere Groengestipte kikker (Pelodytes punctatus) te kunnen observeren op zijn noordoostelijkste verspreidingsareaal .



*tekst/foto´s & uitvoering : Lex Plasmans,Bart van der Meij, Richard Abuys en Sjoerd v. Bemmel .
** veldmedewerkers: Lex Plasmans,Sjoerd v. Bemmel, Bart vd Meij,Richard Abuys, Tycho Muijen,Monique Elberts en Henk Geertjes .

bronnen :
Atlas of Amphibians and Reptiles in Europe , publications scientific du musuem.
Natuurbalans, de Knoflookpad,nieuwsbrief de knoflookpad ,
Amfibieen en Reptielen van Nederland,Belgie en Luxemburg,Max Sparreboom ,1981
Alterra publicatie rapport : Adders onder het gras, F. Ottburg,A.Stumpel e.a.
Reptielen en amfibieengids : A. Stumpel en H. Strijbosch ,2003 .
Society Herpetologique Francaise , SHF ,diverse nieuwsbrieven Circulaire ,2011,2012 en 2014
Herpetofauna NRW ,reptilien und amphibien in Nordrhein-Westfalen .

Geen opmerkingen:

Een reactie posten